Google

Kopafbeelding

Stuur een mail naar de Begeleidingsdienst voor Vrijescholen: P. van Meurs
Stel een vraag
Kinderen willen bewegen 3.1:

Tips en algemene criteria bij het gebruiken van de kijkwijzers

Adviezen voor alle kijkwijzers

 

Hoofdstuk 3

Tips en algemene criteria bij het gebruiken van de kijkwijzers

3.1 Adviezen voor alle kijkwijzers

Om de kijkwijzers hanteerbaar te houden, zijn veel van de adviezen niet direct in de kijkwijzers zelf verwerkt, maar hieronder in een meer algemene paragraaf verzameld. Het is daarom raadzaam om voor het gebruiken van de kijkwijzers dit goed door te lezen. Ook is hiermee duidelijker aangegeven hoe de ene kijkwijzer zich tot de andere verhoudt; de opbouw tussen de verschillende leeftijden is waar het relevant was beschreven. De paragraaf begint met het bespreken van criteria bij de observatie van de motoriek en algemene adviezen voor leraren bij de afname. Vervolgens worden diverse onderdelen van de grove motoriek, de fijne motoriek, de lichaamsoriëntatie en de dominantie nader toegelicht.

 

Criteria bij observatie

Wanneer je de motoriek van een kind gaat observeren zijn er een aantal criteria die bij alle onderdelen gelden. Het kind:

 

Helpende aanwijzingen voor leraren bij alle onderdelen:

 

Houd in de gaten dat het bij alle waarnemingen steeds gaat om het verkrijgen van een beeld van de integratie van de motorische ontwikkeling en niet om de specifieke vaardigheden. Geef altijd ruim gelegenheid (enkele weken) om te oefenen en ervaringen op te doen voordat je de aantekeningen gaat maken en verwerken in een kleutervolgsysteem. Het gaat niet om de momentopname, het gaat om jouw beeld van de ontwikkeling. Trek wel nadat de kijkwijzer in zijn geheel doorlopen is voor jezelf de conclusie of het kind opvallend is in de motorische ontwikkeling of niet. En als die opvallend is bepaal je vervolgens in een gesprek met bijvoorbeeld de ouders, de IB’er en de zorggroep of een nadere diagnose gewenst is, of dat er nog gewacht kan worden.